Een vrije zondag…
Op 31 maart wordt in de gemeenteraad gesproken over de opening van winkels op zondag in Ommen. Er tekent zich een meerderheid af voor een onbeperkte openstelling van winkels gedurende een aantal zondagen per jaar. De ChristenUnie zal, wel in overeenstemming met haar verkiezingsbeloften, hier tegen stemmen.
Fractievoorzitter Frans van der Mooren geeft aan, dat de ChristenUnie niet alleen om het houden van verkiezingsbeloften tegen de zondagsopenstelling van winkels stemt. Er is een aantal redenen te noemen.
Principiële reden
De voornaamste reden is dat we geloven dat onze Schepper er goed aan heeft gedaan om één dag in de week apart te zetten om alle overbodige werkzaamheden achterwege te laten. Dat is goed voor alle mensen. Niet iedereen is daar meer van doordrongen en maakt bewust of onbewust zijn eigen wetten: die van economische belangenbehartiging, vergroting van aantrekkelijkheid voor toeristen, mee (moeten) doen met de ontwikkelingen enzovoorts. Vanuit dat besef willen we als ChristenUnie een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van Ommen.
Dat leidt soms tot een confrontatie tussen het individuele vrijheidsdenken en het zich willen houden aan normen en waarden voortkomend uit het geloof. “Religie hoort achter de voordeur” en “scheiding tussen Kerk en Staat” zijn dan de uitspraken. Het principe van de scheiding tussen kerk en staat is geen scheiding tussen politiek en religie. Een christelijke levensvisie heeft invloed op politieke keuzes die je maakt en onderscheidt zich daarin niet van socialistische-, liberale- of populistische uitgangspunten.
Maatschappelijke reden
Tijdens campagnes op straat kreeg de ChristenUnie nogal eens te horen dat mensen het christelijke uitgangspunt van de partij niet deelden, maar zich wel konden vinden in de respectering van de rust op zondag. “Die heb je nodig voor je gezin en om weer bij te tanken voor de komende werkweek”. Over die maatschappelijke redenen gaat het ook in het rapport dat in opdracht van de raad over het draagvlak voor zondagsopening van winkels in Ommen is gemaakt.
Onderzoeksrapport
In de commissievergadering van 18 februari jl. is het onderzoeksrapport over de koopzondag besproken. Woordvoerder Gerard Marsman: ‘Er had gevraagd moeten worden of de inwoners van Ommen wel of niet vóór een koopzondag in Ommen zijn, dat was ook het doel van het onderzoek. Die vraag is echter niet gesteld, ondanks aandringen van onze fractie’. Wel is de vraag gesteld hoe vaak men gemiddeld op zondag winkelt of boodschappen doet. Daarop antwoordde bijna 60% bevestigend. De media vertalen dit naar een conclusie dat bijna 60% van de inwoners vóór de koopzondag in Ommen is. Dat is echter een totaal verkeerde conclusie, vervolgt Marsman. ‘Je kunt de Ommenaren ook vragen hoe vaak ze per jaar naar de dierentuin gaan en als dan bijna 60% aangeeft dat ze daar wel eens heen gaan, dan zal de conclusie toch ook niet zijn dat we in Ommen een dierentuin willen’.
Onevenwichtige conclusies
Hoewel het onderzoek vooral was gericht op het peilen van de mening van bewoners en winkeliers, valt het op dat in de conclusie van het rapport en ook in het commissievoorstel dat B&W hierop baseerde en naar de raad stuurde, vooral de mening van een 5-tal horecaondernemers naar voren werd gebracht. Zij maakten in eerste instantie geen deel uit van het onderzoek, maar zijn op het allerlaatste moment nog toegevoegd. ‘Het is opvallend hoeveel conclusies uit het rapport gebaseerd zijn op uitspraken van deze 5 horeca ondernemers’ brengt woordvoerder Marsman tijdens de commissie naar voren, hij vervolgt, ‘hun mening zou van ondergeschikt belang moeten zijn, omdat het onderzoek vooral ging om draagvlak bij inwoners en winkeliers’. Dat de horeca ondernemers vóór een koopzondag in Ommen zijn is volkomen logisch, daar hebben ze belang bij.
De werkelijke conclusies uit het rapport
‘Wie het rapport echt goed durft te lezen komt tot heel andere conclusies’ aldus Marsman, die vervolgens een opsomming geeft van een aantal feiten uit het onderzoek over de 4 weeks proefperiode van vorig jaar in de zomer:
- 54% van de inwoners heeft geen enkele koopzondag bezocht. Tellen we daarbij op de nieuwsgierige 1e keer bezoekers, dan heeft zelfs 65% van de Ommenaren deze koopzondagen niet structureel bezocht.
- Driekwart van de inwoners heeft geen enkele overige winkel bezocht. Mensen komen dus op de koopzondag massaal naar de supermarkt om boodschappen te doen en laten overige winkels links liggen. Bijna 90% van de niet-inwoners komt alleen maar in supermarkten.
- 51 % van de winkeliers heeft niet meegedaan, nog eens 8% is afgehaakt na één of twee zondagen.
- 29% van de winkeliers die meededen geven aan dat de zondagsopening een negatief effect heeft op de beleving van hun zondag.
- 21% van de winkeliers die meededen, deed dit uit noodzaak, omdat men bang is omzet te missen.
Geen omzetstijging, maar omzetspreiding
In het onderzoek wordt vol trots melding gemaakt dat vele winkeliers hun omzet hebben zien stijgen. ‘Dat is niet zo verwonderlijk’ zegt Marsman, ‘er is heel veel geld in promotie gegaan. Zo heeft de gemeente duizenden euro’s gemeenschapsgeld beschikbaar gesteld om deze vier koopzondagen te promoten en ook de HVO heeft kosten nog moeiten gespaard om hier een succes van te maken’. Afgezien van de leeggekochte schappen in de supermarkten en de volle terrassen bij de horeca ondernemers, is het nog maar de vraag hoeveel netto de overige winkeliers hebben overgehouden aan deze vier koopzondagen. Daar is niet naar gevraagd. Het rapport geeft aan dat 16% van de winkeliers die niet meededen hun omzet tijdens deze proefperiode door de week zag dalen. ‘Ook dit is niet verwonderlijk’ aldus Marsman, ‘vele onderzoeken geven aan dat de consument niet ineens 15% meer te besteden heeft. We zien dus geen omzetstijging, maar omzetspreiding’. Uit alle onderzoeken blijkt overigens ook dat vooral supermarkten hun omzet zien stijgen ten koste van de kleine winkeliers. Dat is geen gunstige ontwikkeling als je weet dat vele kleine winkeliers het al moeilijk hebben vanwege het gewijzigde koopgedrag van de consument. Ommen is geen Ommen zonder de aanwezigheid van de kleine middenstanders.
Tot slot
Onlangs heeft een hoogleraar Ommen gekarakteriseerd als oorspronkelijk christelijk georiënteerde samenleving waar veel ruimte is voor oog voor elkaar, rentmeesterschap en noaberschap. Hij geeft een heel duidelijk advies. Blijf je onderscheiden in wat je hebt, wees er zuinig op en verkwansel het niet. Dat maakt je uniek en daarvoor wordt je gewaardeerd.
Het lijkt voor de Ommer winkels een betere aanpak om gezamenlijk tot een optimalisatie van de openingstijden te komen. Maar de nadruk zal dan moeten liggen op betere samenwerking met een vrije zondag als geschenk, als een zegen.