Over die plannen hebben verschillende partijen in een voorbereidingsgroep lang nagedacht. Daartoe behoren de provincie, het waterschap, de gemeente, grondeigenaren en natuurorganisaties zoals de vereniging voor Natuur en Milieu de Vechtstreek.

De plannen moeten passen in het zogenoemde programma Ruimte voor de Vecht. Het inrichten van de Vecht als laaglandrivier en het mogelijk maken deze rivier te bevaren is één van de onderdelen van dat plan. Bevaarbaar betekent in dit geval bevaarbaar voor scheepjes en/of boten die qua dimensie, aantallen en uitstraling passen bij een halfnatuurlijke laaglandrivier, zoals het varen met sloepen en zompen met een stille motor, kanoën en vlotvaren. En ter hoogte van Junne wordt daarom een sluis gerealiseerd.

In een eerste behandeling in de raadscommissie bleek al van verschillen tussen partijen over die bevaarbaarheid. De ambtelijke stukken vermelden dat de sluis dezelfde diepgang moet krijgen als andere sluizen, verder stroomafwaarts in de Vecht, zodat de diepgang van die sluis bij Junne niet in de weg hoeft te staan voor ook ander vaarvormen. Deze laatste passage riep en roept de nodige vragen op.

De ChristenUnie wil zich houden aan hetgeen het Waterschap heeft besloten met het Verkeersbesluit voor de Vecht: Artikel 3 Afmetingen en diepgang

• De grootst toegelaten afmetingen en diepgang voor schepen benedenstrooms van de Hessel Mulertbrug te Ommen zijn:
• lengte: 35,00 m;
• breedte: 5,85 m;
• diepgang: 1,00 m.
• De grootst toegelaten afmetingen en diepgang voor schepen bovenstrooms van de Hessel Mulertbrug te Ommen zijn:
• lengte: 12,5 m;
• breedte: 2,75 m;
• diepgang: 0,50 m.

In het besluit staat dus uitdrukkelijk dat bevaarbaarheid van de Vecht vanaf de brug in Ommen stroomopwaarts geschikt is voor boten met een diepgang van maximaal een halve meter.

Aanpassing kan uitsluitend als alle partners daartoe instemmen. Maar, zo is te lezen in het Waterbeheerplan 2016-2021 Vechtstromen, “Bovenstrooms Ommen bepalen natuurlijke processen het doorstroomprofiel van de Vecht. Recreatief medegebruik van het rivierbed is alleen mogelijk binnen de randvoorwaarden van het natuurlijke profiel met de daarbij behorende variërende breedten, bodemhoogten en vaardiepten. Het kunstmatig op diepte houden van een vaargeul (baggeren) past hier niet bij.”

Voor de aanleg van de sluis is wijziging van het bestemmingsplan nodig. Naar aanleiding van de discussie in de raadscommissie beraadt het college zich op stappen om het ontwerp van het plan 6 weken ter inzage te leggen.