Dat zijn onze kandidaten. Nummer 6!

2021_126.jpg
CU logo onder elkaar blauw.png
Door ChristenUnie Ommen op 7 februari 2022 om 08:00

Dat zijn onze kandidaten. Nummer 6!

Wie zijn die mensen op de lijst van de ChristenUnie Ommen.  Vanaf 20 tot en met 7 hebben we ze voorgesteld. Deze keer Reinier Visser nr. 6.

Hij woont al 20 jaar in Ommen, onze nummer 6. De geboren Bussumer van christelijk gereformeerde komaf, Reinier Visser ervaart Ommen als een waardevolle stad waar het goed toeven is. Hij werkt voor een bedrijf dat meetinstrumenten voor de procesindustrie, voor waterschappen en drinkwaterbedrijven etc. maakt. “Ik weet bijvoorbeeld veel van projecten waar gewerkt wordt aan het herwinnen van grondstoffen uit afvalwater. Over circulaire economie gesproken: hergebruik van grondstoffen wordt steeds belangrijker. Ook in de huidige energietransitie zie ik kansen. Op mijn dak liggen zonnepanelen, maar met zon op dak kan er nog veel meer. Maar we zullen ook grotere stappen moeten zetten wil de energietransitie echt slagen.”

Naast zijn werk wil Reinier graag een bijdrage leveren aan de gemeenschap in Ommen. Dat kan via zijn kerk, de evangelische gemeente, maar ook breder. “We hebben de opdracht gekregen naar elkaar om te kijken. Daar wil ik tijd voor vrij maken. Mijn hart gaat uit naar mensen die gewoon niet goed mee kunnen komen. Ik heb ervaring opgedaan als pleegouder en de transitie van de jeugdzorg mee gemaakt. Dan leer je hoe lastig het is om tegen de gemeente op te boksen. Het lijkt mij een uitdaging om juist bij zulke processen een duwtje in de goede richting te kunnen geven. Dan moet je dichtbij mensen staan.” En tot slot staat Reinier nog stil bij de joods-christelijke verhoudingen. “Ik heb daar een nauwe verbondenheid mee. Vroeger woonden we naast een synagoge. We speelden in en om de synagoge. Ik heb er goede contacten aan overgehouden. En ik vind die joods-christelijke verbondenheid belangrijk in deze tijd. Het antisemitisme steekt de kop weer op. Het is goed dat de Stolpersteine in Ommen ons herinneren aan de omgekomen joodse inwoners in onze gemeente.”

Labels: